Siri is een van de meest opvallende functiesgeïntroduceerd in macOS Sierra. Het doet de gebruikelijke dingen die je zou verwachten van een virtuele assistent-app. Bijna elke opdracht die u Siri op uw iOS-apparaat kunt geven, kunt u ook op macOS Sierra geven. Het enige belangrijke verschil is dat je Siri niet kunt oproepen door ‘Hey Siri’ te zeggen. In plaats daarvan moet je op de Siri-knop in de menubalk klikken of op de sneltoets Command + spatiebalk drukken. Als de standaardsnelkoppeling niet bij u past, of als deze een geïnstalleerde app of script verstoort, kunt u deze wijzigen. Hier is hoe.
De mogelijkheid om de sneltoets van Siri te wijzigen, is ingebouwd in de voorkeuren van Siri. U hoeft geen app van derden te installeren om deze te wijzigen. Open Systeemvoorkeuren en klik op Siri.
Er is een sneltoetsinstelling die u de standaardsnelkoppeling toont; Command Space. Open deze vervolgkeuzelijst en selecteer de optie 'Aanpassen ...'.

Wanneer u 'Aanpassen ...' selecteert in de vervolgkeuzelijstmenu, gaat u naar de snelkoppelingsmodus. Elke combinatie van toetsen die u indrukt, wordt opgenomen als sneltoets om Siri op te roepen. Typ de snelkoppeling die u wilt instellen en u bent klaar.

Siri zal nu de nieuwe snelkoppeling doorlopenje hebt ingesteld. We moeten vermelden dat u niet moet proberen een snelkoppeling toe te wijzen die door het besturingssysteem wordt gebruikt. Wijs bijvoorbeeld de sneltoets Command + Shift + 3, die door het systeem is gereserveerd voor het maken van screenshots, niet toe aan Siri. Als u dit doet, reageert de snelkoppeling zelf niet meer. Siri zal nooit op deze periode reageren.
Stel iets in waarvan u weet dat het niet stoortuw andere apps of het besturingssysteem. U moet een van de speciale functietoetsen gebruiken, d.w.z. Command, Alt en Shift. U kunt het combineren met elk van de letter- of cijfertoetsen op uw toetsenbord. Als je Siri wilt aanroepen met de opdracht 'Hey Siri', is er een kleine dicteerhack waarmee je dat kunt doen.
Comments